Ik kom steeds meer cynisme tegen, niet alleen in zakelijk verband, maar ook daarbuiten. Cynisme over Amerika, cynisme over de overheid en (de laatste tijd vooral) cynisme over de aanpak van corona.
Cynisme lijkt vaak erg gemakkelijk en oppervlakkig, maar is het dat wel? Niet dus. Een cynische reactie van een behoorlijke kwaliteit is nog een stuk lastiger dan je denkt. Een voorbeeld: “Ze hebben twee jaar geleden voor veel geld dat kantoor in Groningen geopend en nu sluiten ze het alweer. Haha, wat een sukkels!” (het liefst op luide toon geroepen door een onbeduidende medewerker van een bank of gemeente, of door een burger die de overheid tegen het licht houdt) Zo’n boodschap is pas van hoge kwaliteit wanneer hij voldoet aan drie criteria. Ten eerste moet je er iets van inzicht in verwerken. Je moet duidelijk maken, als spreker, dat jij zo slim bent om de misstand te spotten, terwijl ‘zij’ dat niet zagen. Daarmee scoor je punten. In bovenstaand voorbeeld waren ‘zij’ zo dom om een duur kantoor te openen, terwijl jij nu constateert dat ze daar een fout mee hebben gemaakt. Alle toehoorders zullen denken (althans, dat is de bedoeling): ‘wauw, slim van hem, ik had het nog niet gezien!’ En met een beetje geluk blijft bij hen de indruk achter dat jij zelf zo’n fout nooit zou hebben gemaakt. Ten tweede moet je boodschap een anti-autoritair element bevatten: degenen die het besluit genomen hebben, zijn machtiger dan jij, maar zijn dat helemaal niet waard. Hoe groter het machtsverschil, hoe meer punten je scoort. Een uitspraak als: ‘mijn buurjongetje heeft een ijsje gekocht, maar nu blijkt dat hij het niet lust, haha,’ is dus veel minder sterk. Je doet het een stuk beter met: ‘het Britse volk dacht dat er nooit een Brexit zou komen als ze niet naar de stembus zouden gaan en nu zitten ze met de gebakken peren!’ want daarmee serveer je een heel volk af in plaats van één onbeduidend jongetje. Een derde, zeer belangrijk ingrediënt, is de timing. Je moet ervoor zorgen dat jouw opmerking te laat komt en de gemaakte fout niet meer kan worden hersteld. Je wilt immers niet de kans lopen dat er iemand tegen je zegt: ‘goed dat je dit gezien hebt, wat is je voorstel voor een oplossing?’ Immers, jezelf inspannen was niet de bedoeling. Trouwens, het was je helemaal niet te doen om de oplossing. Bij cynisme staat immers niet het probleem centraal, maar de cynicus zelf. Je hoeft overigens niet altijd te wachten tot het te laat is. Ook als het doelwit van je cynisme machtig en onbereikbaar genoeg is verwacht helemaal niemand dat jij in actie komt. Cruciaal is in elk geval dat het geen enkele zin heeft om jou te vragen om iets te doen. Je hebt de macht niet, ze luisteren niet naar jou en het is trouwens ook al te laat om nog in te grijpen. Deze drie componenten zorgen ervoor dat het heerlijk is om cynisch te zijn. Je scoort punten doordat je alle misstanden aan de kaak stelt en, mits goed geformuleerd en goed getimed, geef je ook voldoende aan dat ze niet op jou hoeven rekenen voor een oplossing. Dus het hoeft niet veel energie te kosten. Zoals gezegd: cynisme draait niet om de oplossing, maar om het ego van de spreker. Een klein puntje van aandacht wil ik nog wel meegeven. Bovenstaande zorgt ervoor dat leidinggevenden een vreselijke allergie hebben voor cynische medewerkers. Niet omdat ze er niet tegen kunnen dat fouten worden aangewezen; in Nederland kunnen we dat best hebben (we polderen wat af met z’n allen), maar managers willen niet dat iemand wacht met vergissingen aan te wijzen tot het moment dat het te laat is. Daarom wil ik eindigen met een tip aan de doorgewinterde cynicus of aan degenen die zich geïnspireerd voelen door deze Blog en ook eens willen experimenteren met cynisme: het zal op de korte termijn absoluut heel erg lekker voelen, maar als er een promotiekans binnen het bedrijf bestaat zal je manager zich toch vooral herinneren dat je steeds weer het signaal gegeven hebt: ‘ik wijs de problemen wel aan, maar reken vooral niet op mij voor de oplossing.’ Dus op belangrijke momenten kiest hij liever een ander.
0 Comments
Schrijversanalyse: wat is vakmanschap? Na het lezen van “Lieve Mama” van Esther Verhoef, was het gevoel dat overheerste: “Wauw, wat een vakmanschap!” Het leek me zinvol om dit gevoel eens uit te pluizen in een boekanalyse. Wat maakt Lieve Mama een toonbeeld van vakmanschap?
Het zou overigens niet goed zijn, voor een deugdelijke analyse, als ik alleen mijn eigen mening gebruik. Daarom gebruik ik ook de lezersreviews op bol.com in deze analyse. Belangrijkste meningen daarin geuit: leest gemakkelijk weg, een page-turner, boeiend plot. Maar ook: ongeloofwaardig, vergezocht, voorspelbaar einde. Ik zal ze proberen te duiden. Schrijversanalyse: wat maakt dit boek zo populair? Het boek 'De honderdjarige man die uit het raam klom en verdween’ is wereldwijd enorm populair en staat ook in Nederland al tijden in de top-25. De reviews zijn echter niet onverdeeld positief. Daarom is het interessant om eens te onderzoeken, vanuit een auteursperspectief, waar het succes vandaan komt. Bevat ‘De honderdjarige man die uit het raam klom en verdween’ kenmerken die je als auteur kunt overnemen, om hetzelfde succes mee te behalen? Houdt het zich aan alle dogma's die je als schrijver moet aanleren?
Verschenen in Computable Magazine maart-2016, onder de titel 'Verrekte Aanbestedingen' Laatst was ik op bezoek bij een van mijn opdrachtgevers. Laten we hem Pieter noemen, hoofd inkoop bij een overheidsinstantie.
Pieter reikte me een bekertje automatenkoffie aan. Door de hitte van de koffie smolt het flinterdunne plastic bekertje in mijn hand. Het klapte dubbel en de kokend hete vloeistof gutste over mijn hand en kleding. Ik schrok. Pieter ook. 'Die verdomde aanbestedingen ook altijd!', riep hij. Deze reactie vroeg natuurlijk om een toelichting. 4 januari 2016 10:26 | Ron van Wieringen | 2
Aan het begin van dit nieuwe jaar is het goed om eens met een boodschap aan al mijn ict-collega’s te openen. Een boodschap waar de kerstgedachte nog een beetje in zit, een boodschap van compassie en verdraagzaamheid. De ARBIT-voorwaarden zijn alweer een tijdje uit. Ik merk dat ze aan populariteit winnen. Er is ongetwijfeld lang nagedacht over deze voorwaarden, maar toch zitten er een heel stel vreselijke valkuilen in dit document.
Gelukkig krijgen leveranciers bij elke aanbesteding de kans om vragen en commentaren in te dienen. Het is handig om de onderstaande vragen klaar te hebben liggen. Voordat u in die vragen duikt: de ARBIT-voorwaarden zelf vindt u op de website van de overheid. Ik heb een lijst gemaakt van bezwaren bij de diverse artikelen. Ik heb ze zo geformuleerd dat ze zonder nabewerking kunnen worden ingediend. Helemaal klaar voor gebruik. Sommige bezwaren zijn misschien wat pietluttig, andere zijn weer heel essentieel. Aanvullingen graag in de Commentaren. Daar gaat-ie dan. Potlood en papier bij de hand? Schrijft u even mee, voorbij de Leesmeer? 26 oktober 2015 13:53 | Ron van Wieringen |
Het vaak geciteerde Chaos Report van Standish Group toont aan: projecten lopen wel uit, niet in. Ook als projectmanager merk ik dat. Het is natuurlijk heerlijk om een project een keer te vroeg op te leveren, maar dat is honderd keer moeilijker dan gewoon op tijd. Maar de vraag is natuurlijk: hoe komt dat? 23 SEPTEMBER 2015 10:19 | RON VAN WIERINGEN | 13
Onlangs botste ik met een mok thee tegen een collega aan. De oorzaak was een onoverzichtelijke hoek, waardoor we elkaar te laat zagen. Geen van ons had bedacht dat er wel degelijk iemand zou lopen, ook al konden we die niet zien. Kahneman legt in zijn boek ‘Thinking, fast and slow’ uit waarom mensen niet in staat zijn rekening te houden met de mogelijkheid dat ze iets niet weten. Dat klinkt als een open deur, maar is daarom niet minder waar. 4 september 2015 13:08 | Ron van Wieringen |
‘Hee kereltje, hoe is ’t?’, vraagt de oude man aan het jongetje. De eerste zit zich al de hele dag te vervelen op een stadsbankje; de tweede staat, aan de hand van zijn moeder, in de rij voor de ijscokar. ‘Goed, meneer.’ ‘Hoe oud ben je?’ ‘Elf, meneer.’ 'Al in de brugklas?’ ‘Groep acht, meneer.’ ‘Zwemdiploma’s?’ ‘A en B, meneer.’ ‘En je voetbalt natuurlijk?’ ‘Eh… ik houd eigenlijk meer van hockey.’ De oude man kijkt hem vragend aan: ‘Waarom?’ Het jongetje valt stil. En dat is het einde van het gesprek. De vraag ‘waarom’, is zoals bijna altijd, te moeilijk. 28 juli 2015 13:07 | Ron van Wieringen | 5
Is het u wel eens opgevallen dat een timmerman, een loodgieter en een stukadoor altijd hun eigen gereedschap meenemen naar het werk? Ook veel kapsters hebben een mandje met hun eigen kam, schaar en tondeuse. ‘Goed gereedschap is het halve werk,’ zeggen ze dan, waarmee ze doelen op gereedschap dat ze zelf hebben mogen uitkiezen en waar ze lekker mee werken. Nou, het is zelfs erger dan dat: met slecht gereedschap wil je ander werk! |
AuteurICT is mijn vak. Communicatie is mijn hobby. Archieven
July 2020
Categorieën |